Bekijk de volgende twee fragmenten uit een inhoudsopgave en zoek drie verschillen. Geef bij elk verschil aan of je dit een goed of een sterk punt vindt, en motiveer.
Inhoudsopgave 2 hanteert geen gebruikersperspectief. Dit is een zwak punt omdat de gebruiker de inhoudsopgave niet snel en efficiënt kan raadplegen. Inhoudsopgave 1 hanteert duidelijk een gebruikersperspectief. De gebruiker kan uit de titels snel opmaken hoe hij of zij bijvoorbeeld e-mails kan lezen of beantwoorden.
Inhoudsopgave 1 heeft een overzichtelijke indeling met titels en onderverdelingen. Dit is een sterk punt omdat de gebruiker in een oogopslag een overzicht van de beschikbare informatie krijgt.
Inhoudsopgave 1 geeft de verschillende instructietaken weer. Dit is een sterk punt omdat de gebruiker specifieke onderdelen van de instructie kan raadplegen (vb. op zoek naar een programma of film, zoekcriteria instellen, zoekresultaten).
Inhoudsopgave 1 kiest niet voor een parallelle formulering. Dit is een zwak punt. Ofwel kies je voor zelfstandige naamwoorden (met of zonder bepalingen), ofwel kies je voor de combinatie van een zelfstandig naamwoord en werkwoord. Zo wordt 'Bijlagen' 'Bijlagen toevoegen'. Zo kan de gebruiker gemakkelijk de instructie-informatie verwerken.
Inhoudsopgave 1 is niet consequent in het gebruik van enkelvoud en meervoud ('e-mail' versus 'e-mails'). Kies voor een consequent taalgebruik en hanteer 1 vorm (ofwel enkelvoud, ofwel meervoud).