Leesbare en verzorgde spreektaal
|
Hierna volgt een overzicht van woorden en wendingen die je beter vermijdt, als je modern, klant- of cliƫntvriendelijk wilt schrijven. Een groot aantal van die woorden kun je gewoon vervangen door een moderne variant: fout | goed | schrijven (o.) | brief | hedenmorgen | vanmorgen | mede (mededelen) | mee (meedelen) | momenteel, thans | nu | reeds | al | indien | als | eveneens, tevens | ook, bovendien | omtrent, aangaande, betreffende | over | alvorens, vooraleer | voordat | laten/doen geworden | zenden, sturen, bezorgen, ontvangen | teneinde | om | fout | goed | Gelieve een exemplaar ondertekend terug te sturen. | Wilt u een exemplaar ondertekenen en naar mij terugsturen? | Lange voorzetselbepalingen kun je inkorten en verouderde voorzetsels kun je vervangen door voorzetsels en andere woordsoorten die gangbaar zijn in de spreektaal. Bijvoorbeeld: fout | goed | door middel van | door, met | in het kader van | bij, om | met betrekking tot | over | op grond van | daarom | teneinde | om | ter gelegenheid van | bij | voor het geval dat | als | ten behoeve van | met, door | met behulp van | met, door | aan de hand van | met | ten aanzien van | over | Besluit Spreektaal schrijven en daarbij de u-vorm gebruiken (lezergericht schrijven) betekent dat de u-vorm altijd samengaat met een tweede persoon enkelvoud van het werkwoord in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT). Dus bij voorkeur: U hebt, u bent, u kunt, u wilt, u zult in plaats van de u-vorm met een derde persoon enkelvoud (u heeft, u is, u kan, u wil, u zal). En, zoals je al gemerkt hebt, schrijf je het woordje 'u' met een kleine letter.
|
|