Begrippenlijst
  • Alineakopje   
    Titel op het laagste niveau
  • Beeldmerk 
    Een visueel symbolisch herkenningsteken van een organisatie. Dit kan een woord zijn, een grafische illustratie of een combinatie van die twee.
  • Bijschrift                
    Toelichting bij  een afbeelding
  • Bladspiegel           
    De plaatsing van elementen op een pagina
  • Broodtekst            
    Zie platte tekst
  • Cursief                   
    Schuine tekst; voorbeeld van een grafische markering
  • Denkbeeldige verticale lijn
    Een lijn die je denkbeeldig trekt langs de diverse elementen van de opmaak: de rand van een illustratie, de start van een alinea, de positie van een opsommingsteken of titel. Hoe minder verticale lijnen in je opmaak, hoe evenwichtiger je bladspiegel. Soms kun je van deze richtlijn afwijken, door bijvoorbeeld met uitspringende titels te werken.
  • Identiteit               
    De eigenlijke persoonlijkheid van de organisatie, die gebaseerd is op een aantal waarden.
  • Imago                   
    Het beeld van een organisatie bij de publieksgroepen.
  • Kernwaarden         
    De basiswaarden die de identiteit van een organisatie vormen. Ze staan aan de basis van alle activiteiten van de organisatie: productontwikkeling, communicatie en gedrag.
  • Lettertype              
    De manier waarop een letter getekend is. Voor zakelijke teksten kun je kiezen tussen schreefletters en schreefloze letters. Scriptlettertypes lijken op handgeschreven tekst; deze zijn net als decoratieve lettertypes niet geschikt voor zakelijke teksten. De Engelse term font is ook gebruikelijk.
  • Lettergrootte         
    Het formaat van een lettertype. De lettergrootte wordt uitgedrukt in punten.
  • Genummerde lijst 
    Een lijst waarbij de volgorde van de elementen wel belangrijk is, bijvoorbeeld bij een stappenplan.
  • Grafische markering 
    Een variatie in de opmaak om tekst te doen opvallen, zoals vet, cursief of kleur.
  • Gulden snede 
    Een verhouding tussen twee getallen die ervoor zorgt dat het ontwerp heel natuurlijk en harmonieus aanvoelt. De nautiliusschelp, de Acropolis in Athene en het menselijk lichaam: allemaal zijn ze opgebouwd volgens de ratio Phi (1,618).
    Zie ook http://www.acrstudio.com/teaching/dmdesign4/03_heirarchyframe.html en deze link.
  • Kerning
    Ingreep om de witruimte tussen letters in woorden aan te passen. Soms door die ruimte kleiner te maken, om de visueel te groot lijkende ruimte tussen een hoofdletter A en V in harmonie te brengen met de witruimte tussen de andere letters. Soms door die ruimte systematisch een beetje te vergroten, om de letters makkelijker leesbaar te maken voor mensen met dyslexie.
  • Kopregel               
    Regel met terugkerende gegevens bovenaan de pagina, zoals titel en ondertitel
  • Marge                   
    Witruimte aan de rand van een publicatie: boven, onder, links en rechts
  • Onderschrift          
    Toelichting onder een afbeelding of een tabel
  • Opsomming          
    Een lijst waarbij de volgorde van de elementen niet belangrijk is

  • Regelafstand          
    Standaardafstand tussen regels tekst
  • Regelval                 
    Positie van tekstregels ten opzichte van elkaar. Voorbeelden:  blokvorm, links uitgelijnd of gecentreerd.
  • Resolutie
    Een indicatie voor de scherpte van een beeld. Bij printers uitgedrukt in aantal pixels per inch (dots per inch, dpi). Hoe hoger de resolutie, hoe scherper het beeld. Dit geldt ook voor beeldschermen, projectoren en scanners.
  • Schreef
    Dwarsstreepje aan het uiteinde van letters. Zo is een hoofdletter i van Times New Roman een grote verticale streep met kleine horizontale dwarsstreepjes (schreven) boven- en onderaan.
  • Schreefletters       
    Een categorie van lettertypes met schreven aan de uiteinden. Schreefletters hebben een meer klassieke uitstraling. Enkele voorbeelden: Times New Roman, Georgia, Palatino, Garamond, Constantia.
  • Schreefloze letters
    Een categorie van lettertypes zonder schreven aan de uiteinden. Schreefloze letters hebben een meer eigentijdse uitstraling. Enkele voorbeelden: Arial, Calibri, TW Century, Futura.
  • Sjabloon                
    Een leeg document (of eentje met vaste, steeds terugkerende tekstelementen) waarin bepaalde opmaakstijlen zijn gedefinieerd. Als je hiervan vertrekt, kun je snel nieuwe teksten maken die volgens de regels van de kunst zijn opgemaakt. Ook handig voor een huisstijl: zo stralen documenten van verschillende schrijvers dezelfde identiteit uit.
  • Spatie                    
    Toegevoegde witruimte tussen twee karakters.
  • Tabelkop                
    Kopje in de bovenste rij en/of in de linkerkolom van een tabel.
  • Voetregel              
    Regel met terugkerende gegevens onderaan de pagina, zoals paginanummer, datum, naam van de organisatie.
  • Letterbibliotheek   
    Een overzicht van je favoriete letters in verschillende lettergroottes.
  • Visuele identiteit   
    De visuele presentatie van een organisatie. Basiselementen zijn logo, kleur, typografie, beeld en lay-out.
  • Witregel                 
    Toegevoegde witruimte tussen regels tekst.
  • Witruimte              
    Algemene term die verwijst naar de witte delen in een tekst; specifieke voorbeelden zijn marges, spaties en witregels. Voldoende witruimte doet een pagina ademen.