Voor Ikea ligt de oorzaak van het probleem buiten het bedrijf, en gaat het om een probleem dat vanuit haar positie moeilijk beheersbaar is. Ikea brengt dan ook nuance aan in de discussie aan de hand van de distantiestrategie:
- Ikea ontkent de feiten niet, maar neemt er afstand van;
- het bedrijf ontkent opzet: 'dit hebben we nooit gewild';
- Ikea geeft aan dat het probleem haar verantwoordelijkheid overstijgt en verwijst naar instanties die wel verantwoordelijkheid hebben.
Die benadering komt gedeeltelijk overeen met de strategie van de verantwoordelijkheid afwenden:
- het bedrijf handelt met goede bedoelingen;
- de situatie ontstond door een gebrekkige controle (weliswaar ook van andere instanties).
Toch levert Ikea ook inspanningen om de situatie te corrigeren, door de verstrengde richtlijnen en controles en vooral door de samenwerking met Unicef. Impliciet erkent het bedrijf dan ook een deel van de verantwoordelijkheid. Je kunt hier eigenlijk ook iets van de processtrategie ontwaren: Ikea gaat in op de noodzaak om verantwoord met het probleem van kinderarbeid om te gaan, als deel van zijn management.
Een ethische crisis als deze toont aan dat grote complexe problemen als deze de principes van de crisiscommunicatie overstijgen. Het probleem van de rol die lageloonlanden spelen in de globale economie, is zeker een politiek probleem, en overstijgt in die zin het beleid van Ikea. Maar doordat een bedrijf als Ikea enkel kan bestaan dankzij diezelfde globale economie, kan het de handen natuurlijk ook niet in onschuld wassen (net zoals zovele andere bedrijven, en net zoals hun klanten overigens).
Daarom zou enkel de distantiestrategie hier niet volstaan hebben. Maar doordat Ikea een stapje verder gaat, en een samenwerking aangaat met Unicef, kun je de reactie van Ikea geslaagd noemen.