De broodtekst van een persbericht, ook wel de 'body' genoemd, is opgebouwd volgens de zogenaamde piramidestructuur die typisch is voor alle journalistieke berichtgeving. De belangrijkste informatie komt eerst; details, achtergronden en bredere context komen naar het einde toe aan bod. In zekere zin is het de structuur van een anticlimax: je weet van bij het begin wat er aan de hand is, en hoe verder je leest, hoe minder essentieel de informatie wordt.
Die structuur wordt ook wel 'oprolstructuur' genoemd, omdat een goed krantenbericht oprolbaar is: het blijft begrijpelijk en publiceerbaar als je de laatste alinea weghaalt, en die daarvoor, en die daarvoor, enzovoort. Zo hebben journalisten of eindredacteurs ook niet veel werk meer als ze een bericht moeten inkorten wegens plaatsgebrek.
De journalistieke structuur is duidelijk anders dan die van de meeste andere teksten, en druist mogelijk in tegen de volgorde die je spontaan aan je verschillende gegevens zou geven. Doordat je de feiten ordent op basis van de nieuwswaarde die ze hebben, en in afnemende volgorde, zal je geregeld omgekeerd chronologisch tewerk moeten gaan.
Voor persberichten wijk je dan ook af van de vaste tekststructuren. Je schrijft bijvoorbeeld eerst wat het verwachte resultaat van een maatregel is, dan het hoe en waarom van de maatregel, wie hem genomen heeft, hoe hij tot stand is gekomen, enzovoort. Volgens dezelfde logica schrijf je eerst wat de belangrijkste resultaten van een onderzoek zijn, en daarna pas de manier waarop het onderzoek gevoerd werd, wat de aanzet was, binnen welke context het past, en welke andere onderzoeken het mogelijk tegenspreekt, tenzij dat het grote nieuwsfeit is natuurlijk.
Probeer telkens de volgende vraag die de je lezers zich stellen, te beantwoorden: zo trek je hen je tekst binnen. Orden je informatie zorgvuldig: anders komt je bericht verward en oninteressant over. Maak je tekst ook niet langer dan een A4. Uitgebreidere informatie kan je altijd nog meegeven in bijlagen.